Historie toren en beiaard

Feestelijke heringebruikname van de gerestaureerde Nieuwe Toren op 20 oktober 2011. (foto: Freddy Schinkel)

De Nieuwe Toren staat aan de Oudestraat in Kampen op de plaats waar de kapel van het Heilige-Geestgasthuis heeft gestaan. Deze kapel brandde in 1646 af. De vrijstaande klokkentoren werd gebouwd in de periode 1649-1663. De stenen onderbouw van de toren werd ontworpen door de timmermeester Dirck Jansz. uit Edam. De lantaarn is een ontwerp van Philips Vingboons, die deze mogelijk oorspronkelijk ontwierp voor het stadhuis, nu Paleis op de Dam, in Amsterdam.

In de toren hangt een carillon dat voor het merendeel is gegoten door François Hemony. 30 klokken zijn door hem in 1659/62 gegoten, waarvan er 29 nog aanwezig zijn. Deze Hemony klokken hebben de eerste jaren zonder de bassen in de toren van het stadhuis gehangen, omdat de Nieuwe Toren nog niet klaar was. De basklokken die bij de verplaatsing in 1663 werden toegevoegd zijn onder andere van Hemony zelf, verder vier klokken gegoten door Geert van Wou in 1481-83 en één van Kilian Wegewaert uit 1627. Het werd hierdoor een zeer zwaar klinkend klokkenspel.

In 1939 werd het ontwerp van de beiaard veranderd naar de ideeën van Ferdinand Timmermans, de stadsbeiaardier van Rotterdam. Hij was de eerste Nederlandse leerling van Jef Denyn in Mechelen geweest, en liet de hele beiaard binnen de achtkantige lantaarn in rijen ophangen zoals dat in de Mechelse Sint-Romboutstoren ook het geval was. Daarnaast liet hij het carillon uitbreiden tot 40 klokken. De klok van L. Haverkamp die in 1790 was gegoten als vervanging van een in ongerede geraakte Hemony klok (g3) werd vervangen en er werd een half octaaf aan de discant toegevoegd. Zo ontstond een 3½-octaafs beiaard. De fis en gis in het basoctaaf ontbraken nog steeds. De werkzaamheden werden uitgevoerd door Van Bergen uit Heiligerlee. De nieuwe klokken waren van Petit & Fritsen en hebben tot 1978 dienst gedaan. De Vlaamse inrichting van het spel klopte echter niet bij waar de toren voor was ontworpen. In 1978 is daarom geprobeerd om een historische restauratie te bewerkstelligen. De klokken werden weer in de lantaarnvensters gehangen; echter niet naar de historische situatie met de basklokken boven in. Ook vulde men de klokkenreeks niet aan met de ontbrekende bassen en daarnaast werd het halve octaaf van 1939 weggelaten. Dit vond men een historische ingreep, maar het was tot verdriet van de beiaardier! Om die reden werden in 1993 eindelijk de ontbrekende basklokken toegevoegd. Ook kwamen de discantklokken terug, die opgeslagen waren geweest, en werden enkele klokjes van Eijsbouts toegevoegd. De beiaard had nu 47 klokken, dat is vier octaven, zonder lage cis en dis.

Tijdens de opbouw van de lantaarn werden de grootste klokken alvast teruggeplaatst. (foto: Freddy Schinkel)

In de jaren 2008-2011 werd de Nieuwe Toren grondig gerestaureerd, omdat het houtwerk ernstig was aangetast door de bonte knaagkever. De houten lantaarn werd hierbij helemaal afgebroken en weer opgebouwd met nieuwe eiken balken. De beiaard, die in 2008 was verwijderd, is met één basklok uitgebreid en opnieuw opgehangen volgens de situatie van voor 1939, met de grote klokken bovenin. Alle discantklokken uit de 20ste eeuw werden vervangen door nieuwe, naar oud profiel door Eijsbouts. De g3 van Petit & Fritsen uit 1939 bleef gehandhaafd. De oude klokken werden niet bijgestemd. Er kwam een nieuw fraai eiken klavier. Adviseur en begeleider bij deze herinrichting was Arie Abbenes, voormalig stadsbeiaardier van Utrecht. Tegenwoordig hangen er 48 klokken in de toren, die twee maal per week worden bespeeld door de stadsbeiaardier.